Laat het maar binnen komen
Het geluid, de herrie
Het getoeter van auto’s, bussen, rickshaws, tuktuks
De stank, van mensenlijke uitwerpselen en verbrand afval
Maar ook de geur van cardemon en suiker
Een overdaad aan kleuren
Saris, gebouwen, tempels, mensen, huizen, kraampjes
Een overdaad aan eten
Kokosnoten, vruchten
En overal wel een klein standje dat samosa’s verkoopt
Of andere gefrituurde dingen
De hitte, die plakt op mijn huid
Ik ben nooit droog, altijd een klein beetje vochtig
En altijd vies
Na een uur in India zijn je handen zwart van het stof
Laat het maar binnen komen
Alle zintuigen staan wagenwijd open
Het geweld voor de zintuigen is te veel om tegen te houden
Voel maar wat er te voelen valt
En laat het maar binnenkomen
Het is zo als het is
Er is geen goed of slecht
Er is alleen maar het nu
En de nieuwsgierigheid
Mijn nieuwsgierigheid is groot, te groot
Een echt antwoord op de vraag waarom zal er misschien nooit zijn
Want is vaak geen waarom
Het is zoals het is
Medeleiden met de mensen heb ik niet
Ja, het is arm
En er leven mensen op straat
En wellicht gaan er mensen dood
En hebben mensen honger
Meer medeleiden heb ik met de dieren
Gedwongen om voor de toeristen geld te verdienen
Ze kunnen geen kant op, vastgebonden, gewond, ondervoed, overvoed
Ongelukkig
Dof kijken ze uit hun ogen
Het raakt me dat een spiritueel land als dit zo met de dieren omgaan
Maar tegelijkertijd begrijp ik dat het wellicht het mens of het dier is